We begroten ons arm en rekenen ons rijk!
Elke keer als we in de gemeente Ermelo de begroting samenstellen, lijkt het alsof we geld tekortkomen. Maar aan het eind van het jaar, als we de jaarrekening opstellen, blijken we vaak geld over te houden. Dit klinkt misschien als een raadsel, maar het heeft een duidelijke oorzaak. Wat we overhouden, is meestal incidenteel geld, terwijl het tekort dat we telkens zien structureel is. Daarnaast komt een groot deel van het overgehouden geld doordat we veel van de geplande projecten niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren. Laten we deze situatie eens nader bekijken.
Om te beginnen: wat is incidenteel geld en wat is structureel geld? Incidenteel geld is geld dat onverwachts één keer binnenkomt, zoals een eenmalige subsidie, de verkoop van gemeentelijk eigendom, of een onverwachte extra bijdrage van de Rijksoverheid. Deze inkomsten kun je niet ieder jaar verwachten. Structureel geld, daarentegen, zijn de regelmatige inkomsten en uitgaven die elk jaar terugkomen, zoals inkomsten uit gemeentebelastingen en uitgaven aan salarissen van gemeentepersoneel, onderhoud van wegen en scholen.
Een structureel tekort betekent dat we jaar na jaar niet genoeg geld hebben vanuit onze vaste inkomsten om al onze vaste uitgaven te dekken. Het is alsof je elke maand tekortkomt op je huishoudbudget, ook al krijg je soms een onverwachte meevaller waardoor je het jaar toch goed kunt afsluiten.
Maar waarom gebeurt dit steeds in Ermelo? Een belangrijke oorzaak is dat we niet alles uitvoeren dat we van plan waren. Aan het begin van het jaar nemen we ons vaak voor om verschillende projecten te starten of diensten uit te breiden, maar de werkelijkheid is weerbarstiger. Soms lopen projecten vertraging op, soms worden ze helemaal niet uitgevoerd. Zo begroten we ons arm en rekenen ons aan het eind van het jaar rijk. Door de niet-uitgevoerde projecten blijft er uiteindelijk meer geld over dan gepland.
Dit verschil tussen plannen en werkelijkheid geeft een vertekend beeld en maakt het lastig om een betrouwbare begroting op te stellen. Een realistischer en voorzichtiger aanpak is nodig. We moeten de lucht uit de begroting halen door alleen projecten en uitgaven op te nemen waarvan we zeker weten dat we ze binnen het jaar kunnen realiseren en betalen.
Hoe lossen we dit op? We moeten realistischere en voorzichtiger zijn bij het opstellen van onze begrotingen. We moeten proberen onze structurele inkomsten te verhogen, bijvoorbeeld door investeringen in projecten die woningen creëren, wat weer extra inkomsten oplevert. Aan de andere kant moeten we kritisch bekijken waar we structurele kosten kunnen verlagen, bijvoorbeeld door efficiënter te werken of bepaalde projecten uit te stellen. En misschien wel het allerbelangrijkst: we moeten alleen projecten opnemen in de begroting die we ook echt denken te kunnen uitvoeren binnen het gestelde jaar.
Daarnaast moeten we als gemeente een buffer opbouwen in goede jaren. Dat betekent dat we een deel van de incidentele meevallers opzij moeten zetten voor jaren waarin we misschien minder geluk hebben.
Kortom, het probleem van het telkens zien van een tekort bij het opstellen van de begroting en het overhouden van geld aan het eind van het jaar in Ermelo kan alleen worden opgelost door een duurzame aanpak. We moeten zorgen voor een betere balans tussen inkomsten en uitgaven, minder afhankelijk zijn van geluk, de lucht uit onze begroting halen en bouwen aan een gezonde financiële toekomst.