De burger zegt steeds meer dag tegen het lokale gezag! Toch menen veel lokale bestuurders dat zij weten wat goed is voor de bewoners. Het besef dat dit niet meer wordt geaccepteerd dringt nauwelijks tot de lokale politici door. De kloof tussen burger en overheid groeit verder en dit brengt onze democratie in gevaar. Juist in de lokale politiek en juist in dorpen kan dit anders. Gemeenteraadsleden zouden samen met de inwoners moeten gaan optrekken en niet boven hun gaan staan.

De inwoners moeten meer invloed krijgen op de beslissingen die hun directe leefomgeving beïnvloeden. Eens per vier jaar stemmen is niet de invloed waar de burger genoegen mee neemt. In dorpen, waar de samenleving hecht is, kunnen bewoners van een straat, buurt of vereniging heel goed initiatieven ontplooien, die het woon- en leefklimaat verbeteren.

De gemeenteraad is er om die initiatieven te ondersteunen met raad en met geld. Op deze manier is de overheid er voor de burger en niet, zoals nu vaak het geval is, de burger voor de overheid.

Meer invloed voor de burger vraagt dus wel wat van de burger, namelijk het nemen van initiatieven. Dit proces moet wel gefaciliteerd worden door de lokale politiek door bijvoorbeeld eens per twee maanden de wijk in te gaan om de lokale initiatieven op te halen en op te pakken. Wat zou het fijn zijn wanneer je met je straat, buurt of vereniging je idee met de lokale volksvertegenwoordigers kunt bespreken. Gewoon aan een tafel, in de vorm van een gesprek.

Dit vraagt wel wat van de lokale overheid, die moet durven loslaten en vooral de burger meer gaan vertrouwen. En wellicht zeggen de burgers dan weer ‘goede dag’ tegen het lokale gezag!

Henri Luitjes

25 juli 2021

Facebook
Twitter
LinkedIn